Vaak is de ligging van kabels en leidingen niet helemaal zeker uit de beschikbare tekeningen. Ook kan de gebiedsinformatie afwijken van de situatie in de praktijk. Deze geeft namelijk alleen de theoretische ligging aan. Daarom is het van belang om kabels en leidingen in kaart te brengen. Wanneer dit nodig is, staat beschreven in het hoofdstuk ‘Lokaliseren van kabels en leidingen’ van de publicatie CROW 500 Schade voorkomen aan kabels en leidingen. Een van de mogelijke alternatieven voor het graven van proefsleuven is een onderzoek met een grondradar. Volgens de richtlijn zijn er specifieke eisen waar de proefsleuf aan moet voldoen. Je moet weten hoeveel proefsleuven je moet graven en op welke plek precies. Zo is er het zoekgebied, het graafprofiel en zijn er maak- en meettoleranties waar je rekening mee moet houden. Er zijn consequenties als je de situatie niet voldoende onderzoekt.